Op een rots, omringd door zee,
zat een jongen, stil en tevree.
Maar in zijn hoofd, daar kwam een gedachte,
en elke keer was het een badeendje dat lachte.

De badeendjes kwamen één voor één,
soms voelde hij zich wat alleen.
Maar elk badeendje mocht rustig drijven,
geen gedachte hoefde lang te blijven.

Soms was het angst, soms verdriet,
maar de badeendjes bleven nooit in het zicht.
Ze dreven verder, mee met de stroom,
tot het water hen wegdroeg, zacht als een droom.

De jongen leerde, keer op keer,
dat het oké was, hij hoefde niets meer.
De badeendjes kwamen, en gingen weer heen,
en lieten hem achter, rustig en sereen.

Dus als een gedachte je zorgen brengt,
denk aan het badeendje dat even zwenkt.
Het mag er zijn, maar het zal ook gaan,
net als de golven in de oceaan.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *