wie niet genoemd wordt, kan niet zijn
ik bestel bij de bakker twee gebakjes
zodat niemand me zal vragen
iemand die alleen is, kan immers niet deugen
ik spreek mezelf toe, noem me hardop
bij mijn naam, om te controleren
of ik er nog ben
ik ben bang dat ik op een dag
zomaar zal verdwijnen
vergeten vergetelheid word
eenvoudig zoals ik soms de regen
tussen mijn oogharen versplinter
dat ik dan niemand ken
die weet waar ik mijn naam
kan vinden, dan daagt het besef
wie niet genoemd wordt, kan niet zijn