Het warme badwater omhulde hem als een troostende omhelzing, en voor het eerst in dagen voelde hij zich licht. Om hem heen dobberden de badeendjes, hun felle gele kleur bracht een onverwacht gevoel van vreugde in de kleine badkamer. Hij glimlachte flauwtjes terwijl een van de badeendjes zacht tegen zijn hand stootte, alsof het hem wilde opvrolijken.
De klok aan de muur tikte rustig door. Normaal maakte dat hem onrustig, alsof de tijd hem langzaam door de vingers glipte. Maar vandaag was het anders. De badeendjes, hoe klein en simpel ze ook waren, brachten een vreemde vorm van gezelschap. Ze dreven vredig, alsof ze hem eraan herinnerden dat het oké was om even stil te staan. Om gewoon te zijn.
Hij pakte een van de badeendjes op, voelde het gladde plastic tussen zijn vingers. “Bedankt, vriend,” mompelde hij zachtjes, bijna lachend om hoe gek het moest klinken. Toch voelde het goed. Het was alsof de badeendjes er waren om hem eraan te herinneren dat zelfs de kleinste dingen hem konden helpen, zelfs op dagen dat hij zich verloren voelde.
Het getik van de klok vertelde hem dat de tijd nog steeds voortging, maar voor het eerst in lange tijd maakte dat niet uit. Hier in het bad, omringd door zijn vrolijke, zwijgende metgezellen, voelde hij zich niet meer zo alleen.
De badeendjes, met hun eenvoudige aanwezigheid, gaven hem rust. Het leek bijna alsof ze met hem meedreven, als een kleine vloot van vrolijkheid die hem zachtjes voortduwde naar betere gedachten.