In warm water dobber ik stil,
omringd door badeendjes, tegen mijn wil.
Maar één voor één tikken ze zacht,
brengen glimlach, onverwachte kracht.
De klok tikt traag, de tijd verdwijnt,
maar met hen voel ik me minder klein.
Hun gele gloed, hun stille kracht,
geven me rust die ik niet had verwacht.
In hun eenvoud vind ik weer hoop,
drijvend samen, zonder doel of troost.
Misschien is het niet veel, niet groot,
maar soms is dat precies genoeg.