Soms zeggen mensen het heel lief bedoeld: “wat gezellig, een beetje knutselen.” En ik snap het hoor. Creatieve dingen doen ziet er vaak ook gezellig uit. Een tafel met verf, een stapel papier, een muziekje op de achtergrond, iemand die even lacht om een scheve lijn die toch precies goed voelt.
Maar wat ik de afgelopen jaren heb gezien bij Studio Blijmakers (en wat ik nu nog breder aan het ontwikkelen ben in het Dobbyhuis), is dat kunst in de zorg niet gaat over “leuk”. Het gaat over mens-zijn. Over ruimte krijgen. Over gezien worden. Over contact dat soms wél lukt als woorden even niet meewerken.
En juist daarom geloof ik dat creativiteit veel breder ingezet kan worden dan we nu vaak doen.
De zorg is meer dan zorgen
Zorg draait natuurlijk om veiligheid, gezondheid, goede begeleiding en structuur. Maar er is nóg iets dat minstens zo belangrijk is: betekenis. Het gevoel dat je ertoe doet. Dat je niet alleen wordt geholpen, maar ook wordt gezien.
Kunst kan daar een sleutel in zijn. Omdat kunst geen beoordeling nodig heeft. Geen goede antwoorden. Geen perfect geheugen. Kunst vraagt niet: “hoe heet dit ook alweer?” maar eerder: “wat zie je?” of “wat vind jij mooi?” of “welke kleur voelt vandaag goed?”
Dat zijn vragen waarop bijna iedereen kan reageren, op zijn eigen manier.
Creativiteit als taal
In de zorg kom je vaak momenten tegen waarop praten lastig is. Door stress, door vermoeidheid, door ziekte, door overprikkeling, door dementie, door verdriet. En toch blijft er vanbinnen van alles leven: herinneringen, emoties, behoefte aan contact, humor, eigenheid.
Creativiteit kan dan een andere taal worden.
- Een kwast kan zeggen wat iemand niet in woorden krijgt.
- Een collage kan een herinnering oproepen zonder dat je precies weet wélke.
- Een liedje kan iemand ineens weer “aanzetten”.
- Een beeld kan een gesprek openen dat anders niet op gang komt.
En het mooie is: het hoeft niet groots. Het hoeft niet kunstzinnig. Het hoeft niet “mooi”. Het moet kloppen voor die persoon, op dat moment.
Wat ik in de praktijk zie
Bij Studio Blijmakers draait het om één simpele, maar krachtige gedachte: kijken naar wat iemand nog wél kan. Niet vanuit een trucje, maar vanuit oprechte nieuwsgierigheid. Als je iemand creatief laat werken, gebeurt er vaak iets bijzonders. Mensen komen terug in zichzelf. Soms letterlijk in hun houding: schouders zakken, adem wordt rustiger, ogen worden zachter.
En dan zie je het: er ontstaat iets van eigenaarschap.
“Ik heb dit gemaakt.”
“Dit is van mij.”
“Dit vind ik mooi.”
“Zo ben ik.”
Dat zijn zinnen die goud waard zijn. Zeker bij mensen die in het dagelijks leven vaak veel kwijt zijn: regie, tempo, zelfstandigheid, overzicht.
Creativiteit geeft iets terug.
Het Dobbyhuis: een plek waar creativiteit onderdeel is van zorg
In het Dobbyhuis bouw ik verder op die ervaring, maar dan nog breder: creativiteit als vaste pijler binnen daginvulling en begeleiding. Niet als extraatje, maar als iets dat je serieus neemt. Omdat het mensen helpt om zich verbonden te voelen. Met zichzelf, met elkaar, met het leven.
Wat ik daarbij belangrijk vind, is dat kunst niet elitair wordt. Het mag licht zijn, speels, toegankelijk. Maar wel met aandacht. Met respect. Want iemand voelt het meteen als iets “even moet”. Of als het kinderachtig wordt. Of als het alleen bedoeld is om de tijd te vullen.
Kunst in de zorg werkt juist wanneer je iemand benadert als volwaardig mens, met een eigen smaak, een eigen tempo, een eigen verhaal.
Het effect zit vaak in kleine dingen
De grootste impact zit soms niet in een eindresultaat, maar in het moment.
- Samen een kleur kiezen kan al een oefening in autonomie zijn.
- Een werkstuk vasthouden kan trots oproepen.
- Iets maken kan zorgen voor rust.
- Kijken naar kunst kan herinneringen oproepen.
- Samen lachen om een mislukte poging kan ineens verbinding geven.
En ook voor mantelzorgers en familie kan creativiteit een andere ingang zijn. Niet alleen praten over “hoe gaat het?”, maar samen iets doen. Naast elkaar zitten. Meebewegen. Een gedeeld moment hebben, zonder druk.
Bredere toepassing: dit kan overal
Ik geloof dat creativiteit veel breder toegepast kan worden in de zorg: in verpleeghuizen, dagbesteding, thuiszorg, revalidatie, GGZ, gehandicaptenzorg, zelfs in ziekenhuisomgevingen. Niet omdat creativiteit alles oplost, maar omdat het iets opent.
Het geeft zorgprofessionals ook een extra gereedschap. Een manier om contact te maken die niet afhankelijk is van taal of geheugen. Een manier om iemand te activeren zonder te overvragen. En vooral: een manier om iemand als mens te blijven zien.
Daarom werk ik aan formats, workshops en manieren om dit praktisch en haalbaar te maken. Zodat creativiteit niet hangt op “iemand die toevallig creatief is in het team”, maar onderdeel kan worden van hoe je zorg vormgeeft.
Kunst in de zorg is een keuze voor menselijkheid
Als we kunst in de zorg serieus nemen, zeggen we eigenlijk: jij bent meer dan je aandoening. Meer dan je dossier. Meer dan je beperking. Jij bent een mens met binnenwereld, smaak, herinneringen, gevoelens, humor en verlangens.
En ja, soms is het ook gewoon gezellig. Gelukkig maar.
Maar onder die gezelligheid zit iets groters. Iets zachts en stevigs tegelijk. Een plek waar iemand weer even zichzelf kan zijn. En waar wij als omgeving kunnen zeggen: ik zie je. Ook nu.
Dat is wat ik iedere keer opnieuw hoop te maken: ruimte. Met verf, papier, verhalen, gesprekken, en alles wat creativiteit losmaakt.
En als jij dit leest en denkt: dit zou bij ons ook zoveel kunnen betekenen… dan klopt dat waarschijnlijk.
Kunst hoort niet aan de muur alleen. Kunst hoort ook in de zorg. In het echte leven. Precies daar.
Liefs,
Erica de Winter


